In 2008
lanceerde ik in opdracht van de stad Tienen de campagne "Tienen in
bloei". Een campagne die Tienen op de kaart zette en die door een hele
reeks evenementen veel volk naar de stad lokte. Het bracht de handel en de
horeca geen windeieren op maar een stijgend zakencijfer. 2008 is lang geleden.
De tijden
zijn veranderd. Het inwonersaantal groeide opvallend, maar niet door een
geboorte-overschot. Integendeel. Op een bepaald moment groeide het aantal
inwoners alleen nog dankzij de migratie. Ieder jaar sterven er meer Tienenaars
dan er geboren worden. Vandaag zijn bijna 30% van de inwoners van veeemde
herkomst. Hun groep wordt ieder jaar wat groter. Zonder hen zou Tienen helemaal
ontvolken. Uitsterven.
Die
omvolking heeft ook gevolgen die het huidige stadsbestuur verkeerd inschat.
Veel migranten – geïntegreerd of niet – hebben andere levensgewoonten, een
andere consumptiecultuur, eten en drinken anders, kleden zich anders, denken
anders... Vaak, zoals een aantal van mijn buren, spreken ze geen woord
Nederlands. Ze slapen wel in Tienen, maar werken elders, dikwijls in Brussel.
Ze shoppen in Brussel of elders voor zover ze niet heel veel in de webshop van
Temu en Shein bestellen. Ze amuseren zich in Leuven, Brussel enzoverder, maar
niet in Tienen.
Voor vele
migranten is Tienen een aardig slaapstadje. Meer niet. Hun leven speelt zich
elders af. Met de trein ben je binnen een kwartier in Leuven en binnen de
veertig minuten à Bruxelles.
Als Tienen wil dat deze stad opnieuw in bloei komt, zal Tienen al dan niet met tegenzin, een beleid moeten voeren dat alle inwoners opnieuw het gevoel geeft hier thuis te zijn. Dat is vandaag minder en minder het geval. En je zal geen nieuwe bloeiperiode activeren door alleen maar de belastingen te verhogen, hier en daar een straat te vernieuwen en een idioot fotokes te laten maken in wat cafés en wat winkels.

